Parijs is volgens Van Moerkerken de plek die de basis vormt van zijn oeuvre. Als jongen reisde hij al regelmatig naar de lichtstad om met zijn ouders tentoonstellingen te bezoeken. In de jaren dertig verblijft hij er vaak om te fotograferen en te filmen en om andere kunstenaars te ontmoeten. In Parijs wordt hij geïnspireerd door het afwisselende bestaan van de kunstenaars, de vrijheid die er heerst en het kleurrijke leven in de terrains vagues aan de rand van de stad. In 1934 komt hij voor het eerst in aanraking met het surrealisme via het Belgische filmtijdschrift Documents. De afbeeldingen van onder anderen Man Ray en Giorgio de Chirico geven hem een schok van herkenning. Van Moerkerken voelt zich tevens verbonden met de communistische idealen van de surrealisten. Hij beweegt zich graag in linkse kringen en heeft een afkeer van alles wat rechts, rooms en fascistisch is. In 1947 publiceert hij zijn eerste fotoboek Reportages in Licht en Schaduw, waarin veel surrealistisch werk en portretten zijn opgenomen.

Van Moerkerken fotografeert legio vrouwelijke modellen met puntgave huid en soms emotieloze of licht angstige oogopslag. Verlangens en fantasieën die zich in het onderbewustzijn afspelen, zijn thema’s die juist door de surrealisten in beeld worden gebracht. Van Moerkerken abstraheert het vrouwelijk lichaam tot een zinnelijk object, een fetisj, net als de Franse surrealisten. In het oeuvre en het privéleven van Van Moerkerken komen talloze mooie vrouwen voor; zelf noemde hij zich dan ook een ‘coureur de femmes’. Een spel van licht, duisternis en gevoel voor detail kenmerken zijn landschappen en stadsgezichten. Vanaf eind jaren veertig krijgt zijn fotografie een meer documentair karakter, wat zichtbaar wordt in zijn latere fotoboeken Amsterdam (1957) en Meisjes van Nederland (1959). Deze mix van reportage en documentaire is ook terug te zien in zijn vele schrijvers- en kunstenaarsportretten van onder anderen Simon Vestdijk, E. du Perron, Bertolt Brecht, maar ook van Gerard Reve, W.F. Hermans, Carel Willink, Brassaï en André Gide. In de tentoonstelling wordt, behalve het uitgebreide overzicht van Emiel van Moerkerkens fotografie, doorlopend een viertal van zijn korte films vertoond, waaronder Volgend jaar in Holysloot. De kunstenaar speelt hierin zelf de hoofdrol van een blinde die door allerlei landschappen loopt op weg naar het dorpje Holysloot. De film die onlangs werd gerestaureerd en gedigitaliseerd door het EYE Film Instituut Nederland won in 1983 een Gouden Kalf voor de beste korte film. Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde monografie samengesteld door Bruno van Moerkerken en Minke Vos en met een uitgebreide tekst door Minke Vos. Uitgeverij d’ jonge Hond, prijs € 69,50.