Dit najaar zijn ze alle vier voor het eerst bij elkaar te zien in een overzichtstentoonstelling in het Fotomuseum Den Haag. De adolescenten die op de foto’s in Fall (2008) zijn afgebeeld, hebben de gestileerde perfectie die zo kenmerkend is voor het werk van Olaf, maar toch beantwoorden zij niet direct aan het bestaande schoonheidsideaal. Hun curieuze gelaatsuitdrukking wordt voor een belangrijk deel bepaald doordat de foto is gemaakt op het moment dat de modellen met hun ogen knipperden. Hierdoor blijft het onduidelijk wat de modellen werkelijk voelen, wat hun ware emoties zijn. Daarnaast maakt de combinatie met de bloemenstillevens en de titel van de serie dat de vergankelijkheid van schoonheid een centrale plaats inneemt in Fall. Deze serie beleeft haar wereldpremière in het Fotomuseum Den Haag. Stond Erwin Olaf (geb. 1959) voorheen bekend om zijn hedonistische foto’s van extravagante feestgangers of mensen die de spelers waren in overdadig barokke decors, tegenwoordig zijn sereniteit en breekbaarheid belangrijke thema’s in zijn werk, wat in de vier tentoongestelde series goed is te zien. Het kleurenpalet grijpt terug op de jaren vijftig, net als de omgeving waarin de mensen – en planten – zich bevinden.
De beelden in Grief (2007) roepen allerlei vragen op. We zien mensen, sommigen huilend, anderen naar buiten starend door de ramen van een jaren ’60-interieur. Wat is er gebeurd? Wat is deze mensen overkomen? De series Hope (2005) en Rain (2004) hebben het stereotiepe Amerika als onderwerp. In bijna surrealistische decors in technicolor staan stereotiepen als de padvinder, cheerleaders en de huisvrouw, vaak met een apathische blik in hun ogen die meer vragen oproept bij de beschouwer dan de foto kan beantwoorden. Ze hebben iets aandoenlijks, de figuren die deze foto’s bevolken, alsof zij het ook allemaal niet meer weten en op het punt staan om ons om een antwoord te smeken. De series bestaan uit scenische foto’s, portretten en videowerken, die allemaal in de tentoonstelling te zien zullen zijn. In de chronologisch opgebouwde expositie wordt duidelijk hoe het werk van Olaf zich in deze laatste series heeft ontwikkeld. Een proces dat begint bij de eerste inspiratiebronnen van Rain, de anekdotische verhalende beeldtaal van Amerikaanse schilders als Edward Hopper en Norman Rockwell, en uiteindelijk uitmondt in een zuiver ‘Olafiaanse’ voorstelling van zaken: groteske grimmigheden gevat in een uiterst galante, maar verraderlijke ambiance.
Erwin Olaf maakt echter niet alleen foto’s. Op de speciale filmavond die in het Filmhuis Den Haag plaatsvindt in het kader van deze overzichtsexpositie, zal een aantal van zijn recente films te zien zijn. Tegelijk met de tentoonstelling brengt Aperture een boek (€ 49,95) uit waarin de eerste drie series zijn opgenomen en waarin ook uitgebreid in wordt gegaan op de films die bij de series horen, met stills en een DVD. De serie Fall wordt in een apart boek uitegegevn (14,95 euro) Na Den Haag zal deze tentoonstelling verder reizen het Institut Néerlandais in Parijs.