Het gaat bij Paul Kooiker (1964) niet om het maken van de perfecte foto. De waarde zit niet in zijn individuele beelden, die soms overbelicht, bewogen of grofkorrelig zijn, maar wat hij er daarna mee doet- het selecteren en bewerken. In de eerste fase van zijn werkproces is hij met opzet een ‘slechte’ fotograaf, die daarna als beeldend kunstenaar aan de slag gaat met het verkennend materiaal dat vaak uit honderden foto’s bestaat. Op basis hiervan stelt hij vervolgens, in de vorm van ruimtelijke installaties en fotoboeken, een collectie samen die eruit ziet of deze ergens gevonden is of in z’n geheel is opgediept uit een oude koffer die decennialang op een zolder heeft gelegen. De vanzelfsprekendheid van zo’n ‘gevonden verzameling’ die Kooiker aannemelijk weet te maken door zijn precieze aandacht voor een consequente vorm en stijl, staat in schril contrast met de inhoud van zijn series die vaak raadselachtig en enigszins verontrustend te noemen is.
Paul Kooiker studeerde aan de School voor Fotografie in Den Haag en de Amsterdamse Rijksakademie van beeldende kunsten. In 1996 won hij de Prix de Rome, ook ontving hij in 2009 de A. Roland Holstprijs voor zijn oeuvre. Naast vele tentoonstellingen in binnen- en buitenland besteedt Kooiker veel aandacht aan het publiceren van zijn fotowerk. In de laatste zaal van het Fotomuseum toont hij in veelvoud al zijn kunstenaarsboeken die vanaf 1999, veelal in samenwerking met uitgever Willem van Zoetendaal, zijn verschenen.
Het werk van Paul Kooiker wordt ook beschreven in het recent uitgekomen boek ‘Fotoverhalen’ samengesteld door conservator Wim van Sinderen. Hierin staat de fotografiecollectie van het Gemeentemuseum Den Haag centraal. Aan de hand van honderdvijftien bijzondere foto’s is een verzameling lange en korte verhalen samengesteld uit verschillende stijlperiodes – van Breitner tot Breukel, van Araki tot Zwartjes. Het boek is te koop voor €29,50 in de museumwinkel en boekhandels in het land.
De tentoonstelling wordt ondersteund door het Mondriaan Fonds.